Hoe het “ja maar”, je behoorlijk in de weg kan zitten. Tips om je mindset te veranderen.
Tijdens het netwerken heb ik in november een vrouw ontmoet die mij erg inspireert. Ze reageerde enorm enthousiast toen ze mijn visitekaartje kreeg. Dezelfde dag had ze me een mail gestuurd met daarin een voorstel voor wat data. Bij onze volgende afspraak vertelde ze me dat ze een dag wil organiseren voor vrouwelijke ondernemers. Haar vraag aan mij was om mee te denken en tijdens die dag workshops te organiseren.
Nou dat vond ik helemaal leuk natuurlijk. Tijdens onze brainstormsessie viel me op dat zij een totaal andere mindset had dan ik. Cathy, zo heet ze, is enorm energiek, heel positief ingesteld en gaat ervan uit dat het haar gaat lukken om een dag voor 500 vrouwen te organiseren. Ze ziet het vooral als een leuke uitdaging, hoe moeilijker een project, hoe uitdagender en daar krijgt ze heel veel energie van. Cathy denkt alleen maar in positieve resultaten. Deze vrouw bruist van positieve energie.
Ik merkte dat ik vooral “ja, maar” vragen en opmerkingen had. In de trant van, hoe ga je dat doen, vraag je niet teveel voor een kaartje? Waar haal je zo snel sprekers vandaan? Wil je niet teveel te snel? Etc. Cathy, die uit Canada komt, vertelde me dat het haar zo opvalt dat Nederlanders heel vaak met “ja, maar” komen aanzetten. Slik! Ik had totaal niet door dat ik dat ook deed.
Daar was ik even stil van. Ik heb daar nog weken op gelet en verdomd ze heeft gewoon gelijk!
Inmiddels komt de datum voor het event snel dichterbij. Cathy behaalt het ene na het andere succes. Het wordt groter en groter en ik moet haar helemaal gelijk geven. Het lukt haar!
Ik heb mezelf een meer bescheiden rol aangemeten in de organisatie van die dag. Ik ga tutorials verzorgen die dag 😉 ( is toch iets meer in mijn comfortzone)
Tip 1:
Probeer je eens bewust te worden wanneer je allemaal “ja, maar” gedachten hebt. Het zijn vaak die gedachten waarbij je jezelf afremt in jouw plannen, in je werk of in je dromen.
Probeer ze eens om te zetten in “ja, ik ga het doen” of “ Ja, het gaat me lukken” of “ Ja, ik kan het”
Tip 2:
De wondervraag:
Stel je gaat vannacht slapen. Je hebt niets in de gaten, maar tijdens jouw slaap gebeurt een wonder. Dat wonder houdt in dat alle belemmeringen zijn opgelost. Dat weet je pas wanneer je de volgende dag wakker wordt. Waaraan merk je dat er een wonder is gebeurt? Wat is er anders in jouw omgeving, bij jezelf? Probeer dit zo nauwkeurig mogelijk voor jezelf op papier te zetten.
Dat geeft je een mooie richtlijn voor jouw situatie zonder “ja, maar” belemmeringen.
Overdenking:
Cathy vroeg me al snel om niet te veel in mijn comfortzone te blijven. Ze vroeg me bijvoorbeeld: stel dat je alles zou kunnen doen die dag, je mag het helemaal bepalen: wat is dan jouw droomtaak voor die dag?
Ik probeer die vraag me nu regelmatig te stellen bij elk nieuw idee voor mijn eigen praktijk. Het dwingt me groter te denken dan ik normaal doe.